30.1.12

It Giet Oan!

Al jaren ben ik bloedfanatiek aan het trainen voor de komende Elfstedentocht, want hij komt er aan! Dat staat vast, alleen wanneer? Dat is de hamvraag. Toen ik in 1997 Henk Angenent als eerste over de streep zag gaan, wist ik dat ik de volgende zou zijn. Ik droomde er van. Sinds 1997 heb ik mijn schaatsen ook niet meer uit gedaan (oké, op 1 keer na dan; op doktersadvies).
Mensen denken vast dat ik gek ben, maar straks lach ik ze allemaal uit, wacht maar af! Ik geef het eerlijk toe, in het begin was het best lastig om constant op die ijzers te staan, maar je raakt er aan gewend. Het is mijn tweede natuur geworden. Mensen keken mij indertijd wat vreemd aan, tegenwoordig weten ze niet beter.
De dagelijkse dingen gaan allemaal net wat anders dan normaal. Boodschappen doen, een baantje trekken in het zwembad, autorijden. Moet je maar eens proberen om op hoge noren een stuk te gaan fietsen over de Veluwe of om bijvoorbeeld de vierdaagse van Nijmegen te lopen. Dat is gewoon al bijna geen doen, laat staan op schaatsen, maar No Pain, No Gain!
Been there, Done that!
Vandaag de dag sta ik ermee op en ga ermee naar bed, letterlijk. In 2003 heb ik mijn eerste paar schaatsen operatief laten verwijderen. Ik had de veters iets te strak zitten, daardoor was mijn huid in de loop der jaren over mijn schaats heen gegroeid. Het enige fijne daaraan was dat ik me 1 voelde met mijn schaatsen; mits ik mijn voetschimmel buiten beschouwing liet.
Voorafgaand aan die operatie had ik echt een gelijkmatig links rechts, ik gaf ze het nakijken op het ijs. Het heeft me uiteindelijk toch best wat jaren trainen gekost om weer op dat niveau te geraken. Snelheid, balans, techniek, uithoudingsvermogen. Langzaam heb ik het weer opgebouwd en ben misschien zelfs nu wel beter dan jaren geleden. Ik ben er klaar voor. Laat maar komen.
Ik heb zelfs een eigen schaatstechniek uitgeknobbeld. In het bijzonder is mijn schaarmoment aanzienlijk gewijzigd, dat komt door een iets vroegere knie- en heupstrekking, als je daarna flink bij zet en net iets meer aandacht vestigt op je romphoek, dan verbeter je je beloop beduidend zo heb ik ondervonden.
Inmiddels is het draaiboek “IJS” in Friesland alweer van start gegaan, dus dat geeft hoop. Als de vorst van deze week blijft aanhouden en het ijs straks dik genoeg is, ben ik in ieder geval zeker van de partij en ik zal mijn best doen om als eerste over de streep te komen, maar... better let als net!

19.1.12

Home is where the heart is

In de tijd waarin Vintage helemaal de shit is en Urban niet langer kan, komt RTL 4 met een passend nieuw programma “Home is where the heart is”. Een programma dat in het leven lijkt te zijn geroepen om de carrières van een aantal BN’ers weer op de rit te krijgen in plaats van zich te bekommeren om het wel en wee van de deelnemende zwervers. Henny Huisman is als eerste aan de beurt gevolgd door Patty Brard, Manuëla Kemp en John de Wolf… over stoffige imago’s gesproken…
Eerlijk is eerlijk, ik zou niet graag met ze ruilen. Een kartonslaper uitnodigen om bij je te komen pitten, maar uiteindelijk ben ik ook overstag gegaan. Als ik er een stukje over wil schrijven, moet ik ook ervaren hoe het is in het eggie, dus heb ik afgelopen vrijdag een zwerver bij het NS station aangesproken en uitgenodigd om bij mij te komen logeren in het weekend en dat heb ik geweten. Zaterdagochtend rond de klok van negen ging de deurbel. Surprise! Surprise!... daar stond niet 1 dakloze, maar het waren er vier met de reuk van tien.
Welkom, kom binnen en doe alsof je thuis bent!”, veinsde ik. De gevolgen van mijn uitspraak waren niet te overzien. Om toch onbevooroordeeld over te komen ben ik toen een potje koffie gaan zetten, deels uit eigen belang en om een beetje bij te komen van de onzindelijke lucht die enkele van deze lieden bij zich droegen. Toen ik terug de kamer in kwam zaten ze met z’n drieën onderuit gezakt op de bank voor de televisie met hun poten op tafel. Ik miste er eentje. Ik besloot geen slapende honden wakker te maken. De fles Jack Daniels hadden ze inmiddels ook gevonden, daar zat nu nog amper een bodempje in. Sommigen lieden hebben daar echt een neus voor. Ik kon mezelf toen al voor mijn kop slaan, maar ik moest nog twee dagen met ze doorbrengen.
Achteraf gezien blijkt dat die ene die ik miste er samen met mijn laptop vandoor gegaan was. Een ander uit de groep heeft deze dagen bij de vuilnisbak in de keuken doorgebracht, dat was voor hem na de drank uiteindelijk toch het enige vertrouwde plekje in deze nieuwe omgeving. Geestelijk was zijn wereld al op zijn kop gezet, uiteindelijk dus ook mijn vuilnisbak, hij kon niet anders. Ik neem het hem verder niet kwalijk.
Ik vroeg me af hoe het kwam dat het zo slecht ging met deze lieden en ben met ze in gesprek gegaan. Twee van hen hadden spreekwoordelijk een gat in hun hand en daardoor nu ook gaten in hun kleren en leefden ze in een zwart gat waarin ze geen uitweg zagen. Overdag was het overleven en ’s-Avonds slapen in een kartonnen doos. Beetje bedelen voor een kopje koffie en dat was het wel. Dag in, dag uit. Ik vraag me af of een weekje logeren bij deze derderangs BN’ers hier verbetering in zal brengen, mij is het in ieder geval niet gelukt. Zondagavond heb ik ze weer op straat gezet. Even daarvoor heb ik mijn nieuwe vrienden een routekaartje gegeven en ze de weg gewezen naar het onderkomen van Henny Huisman, onze filantroop.