Ik had er wel een foto van bestudeerd welke ik gezien had op wtf.nl, maar dat kan natuurlijk
gefotoshopt zijn. Met dat programma kunnen ze volgens mij zelfs van Viola Holt
nog een lekker wijf maken… oké, oké, puntje voor jou, dat gaat misschien wat te
ver, maar je snapt dat ik de drang voelde om dit fenomeen zelf te onderzoeken. Ik
moest de authenticiteit kunnen vaststellen.
In Nederland maak je dat eigenlijk niet mee, even ’s-ochtends
met je schaap naar de bakker fietsen voor een halfje wit, hooguit in
Marnehuizen. Daar doen ze wel meer vreemde dingen met schapen. Een tijdje terug
nog had Aaldrik Siepe er eentje volgeblaft op de provinciale weg. Gek genoeg keek
daar niemand meer van op. “Derkje!... ik heur net det Aaldrik geminschaep
hit gehad mit Leopold, die ooi van Hindrik en Tietje Grevinga”...” Valt mie
nait of!, Tjakko Vinkemulder gisteren ook al toen die nie terech kon bij din
raamnegerin oet Appingedam”.
Als eerste ging ik met de foto naar een drijvende markt in de
Mekongdelta nabij Ho Chi Minhstad, vragen aan de kooplieden of ze de man met z’n
schaap herkenden. Je zou zeggen dat het een nationale volksheld moest zijn en
inderdaad, de eerste de beste tandeloze met een kek hoedje op aan wie ik de
foto liet zien kukelde van enthousiasme zowat uit zijn drijvende toko. Het
lukte de man nog net om z’n Vietnamese handel droog te houden.
Nhi-hu ong heette die man naar wie ik op zoek was en zijn
schaap Bian-thuy, wat letterlijk geheimzinnige vriendschap betekende. Volgens
de marktkoopman zaten ze al een tijdje ondergedoken in de Cú Chi tunnels vanwege
alle publiciteit. Vroeger lieten ze zich regelmatig samen buiten zien, zaten ze
een loempiaatje te tjappen bij de Bamboeboom in hun woonplaats en deden ze als
het goed gesmaakt had een wheelie als bedankje als ze wegreden. Vonden ze
geweldig die Vietnamezen. Gingen ze van klappen en zo.
Nadat ze vorig jaar de ronde van Vietnam gewonnen hadden konden
ze echter niet meer fatsoenlijk over straat. Er werden T-shirts van ze verkocht,
overal moesten ze handtekeningen zetten. Vietnam’s Got Talent wilde Nhi-hu Ong zelfs
aanstellen als jurylid, alleen hij weigerde. Hij had genoeg van alle aandacht! Zo
bijzonder was het allemaal toch niet?! Hij vertelde dat als hij een
pakkendrager gehad had, hij Bian-Thuy daar wel op had meegenomen. Had Gers
Pardoel daar een liedje over kunnen schrijven, maar hij had de Vietnamese
pegels niet voor een pakkendrager, dus daarom fietste hij met Bian-Thuy op z’n
rug.
Na een tijdje door het tunnelcomplex van Cú Chi gestruind te
hebben en enkele tunnelbewoners gesproken te hebben, bleek dat ze inmiddels
weer naar hun woonplaats vertrokken waren. De volgende dag kwam ik daar aan. Al
na een half uurtje zag ik ze zitten in kleermakerszit voor een houten huisje op
palen, zaten ze samsam een vispotje te verslinden. “Hey luitjes, kunnen jullie zo eens een stukje voor mij fietsen? Ik ben
er namelijk een column over aan het schrijven”. Direct staken ze allebei
hun middelvinger naar me op en zeiden: ”Phúc-Yau!”
(wat vermoedelijk zoiets betekende als Fuck You!), gingen ze als de bliksem naar
binnen en deden ze snel de deur dicht.